Deze blog zal ik bijhouden tijdens mijn ontwikkelingsstage voor KaHo Sint-Lieven, opleiding Lager Onderwijs.
Project TANA wil schoolverlaters een tweede kans op een toekomst geven door hen opleidingen aan te bieden.
Ik ga tijdens mijn stageperiode meewerken aan een leerlingenvolgsysteem zodat TANA een beter beeld krijgt over welk percentage leerlingen ook écht het beoogde beroep zullen uitvoeren.
Ik wil jullie ook eens iets zeer traditioneel tonen. Daarom schrijf ik vandaag een klein stukje over cassavebrood. Het is een harde koek van ongeveer 30-40cm doorsnede, gemaakt van cassave die men plet en kneed tot een platte schijf. Vervolgens wordt hij geroosterd boven een open houtvuur. Omdat het zo hard is wordt het veelal in thee of sap gedopt voor men het opeet.
In Paramaribo eet men vooral gewoon brood zoals wij het kennen maar in het binnenland wordt het traditionele cassavebrood wel nog gegeten. Hier wordt het wel verkocht, voor wie het lekker vind of voor toeristen.
Het cassavebrood heeft wel een aparte smaak en korrelige textuur. Bij ons was ik de enige die het graag at.
Na enkele iets drogere inhoudelijke blogberichten nu even een klein verslag van voorbije zondag 20/03. We wilden er nog eens tussenuit dus kozen we ervoor om naar White Beach te gaan. Je kan het al raden, het is een wit strand, wat een verrassing. Dit strand is gelegen aan de Surinamerivier in Domburg. Uiteraard is dit Caribisch-achtg paradijs niet echt natuurlijk terug te vinden in Suriname. In 2004 heeft men dit witte zand laten overkomen en heeft men dit uitgebouwd tot een vakantieoord.
We hadden een klein beetje schrik dat het weer niet zo goed ging zijn. Uiteindelijk viel het wel nog mee. De gebruikelijke regen moest je erbij nemen maar deze maakte gauw plaats voor een schitterende mengeling van wolken en zon. Dit vond ik helemaal niet erg, anders zou de temperatuur toch niet draaglijk geweest zijn. En een kleurtje krijgen (--> verbranden) deed ik toch dus dat vond ik geen groot probleem.
Op White Beach hebben we een heel aparte man ontmoet. Hij kwam ineens naast mij staan en begon tegen mij te praten. Hij had al een parbo biertje of 8 te veel op maar hij was vooral grappig, meer dan onhebbelijk. Hij bleek de baas te zijn van de slijterij van de Combé Markt, een zeer grote hindoestaanse supermarkt in de buurt. Hij was met zijn hele familie naar White Beach gekomen om daar Pagua te vieren. Het hindoestaanse nieuwjaar. Uiteraard wilde hij ons daar ook bij betrekken en we mochten proeven van het vele eten dat hij gemaakt had. Het was eend en scampi, heel lekker.
Na een tijdje wilde hij Pagua spelen met ons. Men strooit (lees:smeert) dan gekleurd poeder over elkaar.
's Avonds zijn we naar het grote Paguafeest gegaan op het onafhankelijkheidsplein. Daar konden we pas ECHT zien hoe massaal hard dit feest gevierd werd. Het leuke aan dit feest - en aan alle Surinamers eigenlijk - is dat IEDEREEN meeviert. Het maakt niet uit welke etnische achtergrond men heeft. Als er feest is is iedereen SURINAAMS en elk feest is SURINAAMS en elk feest wordt dan ook op die wijze gevierd!
Er waren ook natuurlijk verschrikkelijk veel studenten, veelal Nederlanders, die mee kwamen feesten. Het was al een lastige week geweest dus ik heb me nogal rustig gehouden. Ik wilde niet te laat onder de wol (lees: heel licht lakentje) liggen.
Wanneer je in Paramaribo over straat loopt merk je onmiddellijk iets op: de straten lopen vol met straathonden. Vooral in de kleinere straten zie je ze. Ze zwerven alleen of in groepjes rond. Het kan ook dat ze in een bepaalde straat blijven. In onze straat bijvoorbeeld lopen er 2 honden rond die de straat bezetten. Ze zijn niet echt agressief maar ik heb toch al verschillende keren gehad dat ze mij blaffend achterna lopen wanneer ik door de straat fiets. Bijten doen ze echter niet.
Wanneer ik in het begin 's morgens ging lopen liep ik ook door de kleine straten. Op die manier kon ik de stad rustig verkennen. Ik heb echter 2 of 3 keer gehad dat er enkele honden blaffend achter mij aan kwamen lopen. En als ik eerlijk mag zijn, ik heb al schrik gehad, ook al ben ik nog niet gebeten. Nu hou ik me toch enkel maar aan de grote banen, om problemen te vermijden.
Als ik zo eens luister naar de mensen uit mijn straat bestaat een soort haat-liefderelatie met deze honden. Langs de ene kant vinden ze het soms hinderlijk (ik heb ze zelf ook al verschillende nachten horen vechten en blaffen om hun territorium te verdedigen) maar aan de andere kant geven ze hen ook steeds eten.
Wat de honden ook deden is de vuilzakken openscheuren om eten te vinden. Daar hebben de mensen toch iets op gevonden. Overal zie je ijzeren mandjes op palen waar men de vuilniszakken in zet (dit is ook voor de ratten, zo bleek).
In Suriname erkent men het probleem wel. Onlangs stond er in de krant dat er een groots project opgezet was om de honden te steriliseren. Men doelde op 250 honden maar uiteindelijk heeft men het op 150 honden gehouden (typisch Surinaams ;) . Dit zal op lange termijn toch wel zijn effect hebben hoopt men.
Ondertussen ben ik al net iets meer dan 3 weken in Suriname. Mijn stagebegeleider ter plaatse, directeur Bert Hulsman (aka Meneer Hulsman) wilde dat ik eerst een 2-weken kennis maakte met de stichting. Ik vond dit heel goed, ik heb heel wat informatie gekregen die ik kon doornemen maar de laatste dagen van week 2 had ik het wel al gezien. Daarom vroeg ik om al iets sneller de opdracht te bespreken.
De man is drukbezet en daardoor is 't er maar voorbije woensdag van gekomen. Maar ik weet wat mijn stage zal inhouden. Zoals ik op voorhand had aangegeven zal ik dus gaan werken om een leerlingvolgsysteem te gaan ontwikkelen. Uit de informatie die ik in België dacht ik dat dit rond de vocationaltrainingen zou zijn. Ik vond dit niet zo erg, maar het ligt niet volledig in de lijn van mijn studies tot leerkracht lager onderwijs. Daarom was ik heel opgetogen dat het eigenlijk ging over een leerlingvolgsysteem voor het STARS-project.
Ik zal gaan onderzoeken wat de leerlingen die meehebben gedaan met het STARS-project van de Thedeusschool gaan volgen en kijken in welke richtingen zij terecht gekomen zijn. Zijn ze doorgestoten naar mulo (algemene vorming, vergelijkbaar met ASO), dan wel LBGO (beroepsgericht onderwijs) of LTO (Technisch onderwijs, vergelijkbaar met TSO)? Hebben ze de richting volledig afgerond of zijn ze teruggevallen naar een andere richting? Met dergelijke vragen zal ik mij gaan bezig houden.
De moeilijkheid bij dit onderzoek zal het verkrijgen van de juiste informatie zijn. Er bestaat in België geen systeem van leerlingendossiers waar men mooi de schoolloopbaan kan volgen. Binnen het lager onderwijs heeft men een nummer en binnen het middelbaar onderwijs heeft men ook een nummer. Deze komen echter niet overeen.
Het is een hele uitdaging maar ik heb er wel veel zin in. Dit is belangrijke data voor Stichting TANA. Op deze manier kunnen ze nagaan en controleren in hoeverre hun extra begeleiding resultaten levert.
Veel meer dan dit week ik zelf ook nog niet. Het is een hele strijd om aan de juiste informatie te komen maar over die strijd zal ik later nog wel genoeg schrijven.
Groetjes
Thomas
zvJ
ps: als er iemand bepaalde vragen heeft, laat maar weten, dan kan ik er misschien een blogpost uit destilleren ;-) Extra ideeën zijn altijd welkom...
Vandaag stel ik een nieuwe Surinaamse lekkernij aan jullie voor: de bacabana.
Een Bacabana is een banaan die in deeg gedompeld wordt. Daarna wordt hij gefrituurd. Je kan het wat vergelijken met een soort bananenbeignet. Een Bacabana wordt veel gegeten met een pindakaassaus (zoals alles hier trouwens ;-)
Het is een populaire snack. Lekker zoet en lichtjes vet, net zoals men het hier graag heeft. Ook ik vond het heel lekker.
Deze keer heb ik weer een inhoudelijk verslag over mijn stage zelf. Ik ga iets dieper in op 2 vergaderingen die ik meegevolgd heb.
Vrijdag 11/03 mocht ik de derde en laatste BEIP-conferentie meevolgen.Een kleine inleiding: het onderwijssysteem in Suriname is verouderd. De Nederlanders hebben het opgestart in de koloniale tijd maar na hun vertrek is er eigenlijk nog maar weinig veranderd. De leerkrachten geven les uit schoolboeken waaruit ze in een ver verleden zelf nog les gehad hebben, de zorg op school is veelal ondermaats te noemen, de manier van lesgeven is vaak autoritair en gaat maar in 1 richting... . Er is duidelijk nood aan een nieuwe wind in het onderwijssysteem. Dit beseft men in Suriname zelf ook. Het minOV (ministerie voor onderwijs en volksontwikkeling) heeft daarom het BEIP opgericht. BEIP staat voor Basic Education Improvement Program. Men gaat in dit programma de leerlijnen en het curriculum volledig herbekijken en aanpassen aan het hedendaags onderwijs in een moderne maatschappij.
Zo willen ze het lager onderwijs transformeren naar het 11-jarig basisonderwijs. Basisonderwijs van 4 jaar tot 15 jaar. Daarin zit men 2 jaar in het kleuteronderwijs, 6 jaar in het lager onderwijs en 3 jaar in de bovenbouw.
Op het einde was de minister van onderwijs ook even aanwezig. Hij was er enkel om op de foto te maken maar dat heb ik toch ook even snel meegepikt. Mijn eerste foto van een minister (de man met het roze hemd).
Ik heb op deze vergadering heel wat geleerd over de vernieuwingen die weldra doorgevoerd zullen worden in Suriname. In dit vernieuwingsproces speelt Stichting Leerplanontwikkeling Nederland een belangrijke rol. Dit maakt dat het gaat over vernieuwingen die gebaseerd zijn op het Nederlandse onderwijssysteem. Maar dit zie ik als positief. Het kind staat centraal. Men gaat op een moderne manier lesgeven, wat het welbevinden en de schoolpresentaties zeker ten goede zal komen.
Op zaterdag 12/03 mocht ik dan weer de startvergadering van het STARS-project meevolgen. U leest het goed, op een zaterdag. Terwijl mijn huisgenoten gingen genieten van de regen ('t is hier al 2 weken slecht weer, en dat in de korte "droge" tijd) had ik het geluk dat ik deze vergadering mocht meevolgen. Maar ergens vond ik het niet erg. Ik vind het een zeer interessant project dus is het niet echt werken.
Naast de curatieve opleidingen wil men op TANA ook preventief gaan werken om drop-outs te voorkomen. Daarom is men in 2003 gestart met het STARS-programma. STARS staat voor Surinaamse Trainings Alternatieve Reguliere School. Op zaterdag 12/03 om 10u was de startvergadering voor het project.
Men geeft de leerlingen van de zesde klas extra les om hen voor te bereiden op de GLO-toets. Voor deze toets slagen betekent ongeveer evenveel als slagen voor de zesde klas en kansen krijgen om verder te gaan studeren in het middelbaar onderwijs. Het slagingspercentage ligt heel laag wat leidt tot veel drop-outs. Dit wil men tegengaan door dit binnen dit project extra begeleiding te voorzien voor leerlingen die het moeilijk hebben en waarschijnlijk niet zouden slagen voor deze GLO-toets.
Na de praktische uitleg volgde er een rondje door de coördinatoren die kort hun mening en/of eigen ervaringen met het programma konden meegeven. Zo was er een school die al 6 jaar meedeed. Deze school had voor ze meededen een slagingspercentage van 59%, sinds ze meedoen met het programma is dit geklommen tot 89%. Ook de andere scholen deelden vergelijkbare ervaringen. Op die manier merk je toch echt dat het project echt goede resultaten boekt.
Alle coördinatoren zijn positief en ze hadden allemaal leuke verhalen te vertellen. Er is echt een geloof in het project. Je merkt ook dat elke school zijn eigenheid kwijt kan in het project. Dit komt vooral door de grote vrijheid die de scholen zelf hebben. Ze kunnen hun creativiteit botvieren en gebruiken - voor Suriname - heel vernieuwende werkvormen. De leerlingen worden geactiveerd en hebben er zin in. Ze WILLEN werken om goede resultaten te behalen.
Dit doet er weinig toe maar de volgende anekdote werd ook verteld toen men iets van het onderwerp afweek: “Er kwam onlangs een leerkracht bij mij met een stok. Ze zei dat ze die mocht gebruiken om haar kind te slaan”. Op school (zeker in de stad) wordt er gelukkig niet meer geslaan. In het binnenland echter komt dit wel nog voor. Door deze anekdote te vermelden wil ik gewoon even meegeven dat de scholen waar ik mee in contact kom vooruitstrevend zijn. Gaat men verder naar het binnenland dan komen deze praktijken anno 2011 nog steeds voor. Om het onderwijssysteem te veranderen in het hele land zal men nog veel werk moeten leveren.
Ik vond het een zeer interessante vergadering. Ik wist wel al heel wat over het project maar hier heb ik heel wat bijgeleerd. Nu zal ik komende maandag nog beter mijn keuze kunnen maken. Er is nog steeds nood aan een leerlingvolgsysteem voor dit project, en ik zou dit heel graag uit gaan werken. Zo heeft men een beeld van welke opleidingen de leerlingen volgen na het STARS-project.
Veel plezier daar nog. Binnenkort terug wat meer informatie over de eetcultuur. Dat zal wel iets lichter te verteren zijn dan de blogpost van vandaag ;-)
Vandaag iets voor alle stoere boys onder jullie. Wie denkt dat hij de man is wanneer hij fluit en roept naar de meisjes zou eens naar hier moeten komen. De lokale jongens (en oudere mannen even goed) 'chanten' of 'schijnen' wanneer ze een mooi meisje zien.
Chanten of schijnen is een bepaald geluid dat ze maken wanneer ze een mooi meisje zien. Je kan het geluid vergelijken met het geluid wanneer je een kusje geeft (of gooit). Maar dan toch net iets anders; luider en langer. Ik kan het zelf niet. Ze tuiten hun lippen op een speciale manier denk ik.
Maar daar stopt het voor de blanke meisjes nog niet. Er worden ook verschillende andere dingen geroepen. "bacra" (betekent blanke ), "sneeuwwitje", "Barbie, "popje" en ga zo maar door.
De Nederlandse en Belgische meisjes die ik gesproken heb worden er helemaal gek van. Maar wel niet op de manier die jongens zouden willen vrees ik.
Ik heb ook eens gevraagd aan enkele Surinaamse collega's wat zij ervan vinden en ze zeiden me dat ze het niet meer merkten.
Vroeger, toen ze in hun tienerjaren waren, vonden ze het wel flatterend, maar nu vinden ze het al minder leuk. Doorgaan zijn ze er al zo gewoon aan dat ze het niet meer horen.
Ook in Suriname wordt er trouwens gediscrimineerd. Naar mij wordt er helemaal niet geroepen door de meisjes ;-)! Snif, ik voel me helemaal ondergewaardeerd! Ongehoord noem ik het.
(maar erg vind ik 't stiekem helemaal niet)
Nu ik al enkele dagen bezig ben bij TANA zou ik graag mijn stageplaats even willen voorstellen aan jullie. Via VVOB (Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en technische Bijstand) ben ik bij Stichting TANA terecht gekomen. Dit is een van hun partnerinstellingen. Het is een organisatie die gerund wordt door Bert Hulsman. Hij is geboren in Indonesië en later verhuisde hij naar Nederland waar hij studeerde en werkte. Hij zwierf de hele wereld rond en werkte als ingenieur in de vliegtuig- en scheepswereld. Heel zijn leven lang bleef hij verder studeren. Zo komt hij nu aan zijn 70ste aan 6 bachelors en 1 masterdiploma. In Nederland kwam hij uiteindelijk aan het hoofd van een sociale werkplaats en later een jeugdgevangenis terecht. Hij stapte later in het onderwijs en werd ook directeur op een Nederlandse school.Al 30 jaar geleden besloot hij naar Suriname te komen. Maar door de toenmalige politieke situatie lukte het niet om naar hier te komen werken. Na zijn pensioen kocht hij dan toch wat land in Suriname en verhuisde hij naar hier om van zijn pensioen te genieten.Hij kwam later ook helpen om de opleiding elektromechanica op te starten bij stichting TANA. De huidige directeur werd ziek in 2006 en hij nam tijdelijk over als waarnemend directeur. 4 jaar later is hij echter nog steeds directeur en heeft hij van Stichting TANA een zeer bloeiende en belangrijke organisatie gemaakt die in heel Suriname werkzaam is.
Stichting TANA is opgericht in april 2003 en houdt zich bezig met een ingrijpende onderwijsvernieuwing, die veel veranderingen voor leerlingen, trainers (docenten) en leiding met zich meebrengt. Het onderwijssysteem in Suriname is verouderd. De sociale en financiële druk in de maatschappij leidt ertoe dat veel kinderen en jongeren buiten het systeem vallen. Het doel van de stichting is een betere zorg voor de cursisten en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Men wil afstappen van het ongeïnspireerde frontaal lesgeven dat nog steeds gebruikelijk is in Suriname en wil op een moderne manier lesgeven waar de leerling centraal staat. Er wordt ook in interactie gegaan met de leerlingen.Ze willen drop-outs nieuwe kansen geven en ook drop-outs voorkomen.
Er zijn 2 soorten programma's. Aan de ene kant zijn er preventieprogramma's die gericht zijn op kinderen van 11 tot 16 jaar. Dit noemt men het STARS-project. STARS staat voor Surinaamse Trainingen Alternatieve Reguliere Schooljeugd. Het is de bedoelingen dat kinderen die in de laatste klas van het lager onderwijs zitten te ondersteunen en voor te bereiden op de GLO toets. Dit is een toets waarvoor ze moeten slagen om door te gaan naar het secundair onderwijs. Het nationaal slagingspercentage ligt heel laag. Veel van deze leerlingen stoppen met school en hebben heel wat minder kansen in de maatschappij. Stichting TANA slaagde erin om het slagingspercentage van de kinderen die het STARS-programma volgen naar 80% te brengen. Wat in heel Suriname zorgt voor een stijging van het slagingspercentage van 3,5% in heel Suriname! Dit zijn, voor zo een kleine organisatie waar iets meer dan 10 mensen te werk gesteld zijn, ongelofelijke cijfers.
Naast het STARS-project dat preventief werkt zijn er ook de curatieve beroepsopleidingen. Zij focussen zich op drop-outs of jongeren die anders geen kansen krijgen om te gaan werken omdat hun opleidingsniveau dat niet toeliet.Aangezien de leerlingen stage en om te beletten dat men kan spreken van kinderarbeid, moeten gaan lopen moeten de cursisten minimaal 16 jaar zijn. De bovengrens is 16 jaar.
Er zijn 6 opleidingen die de leerlingen kunnen doorlopen: Créche-peuterschoolleidster, bejaardenverzorgster, automontage, elektromontage, horeca en interieurverzorging. Men is momenteel aan het kijken of ze op termijn de richting toerisme ook zouden kunnen aanbieden.
De TANA-opleiding duurt 9 maanden en kent de volgende opleiding: (1) pre-vocational, (2) vocational, en (3) leerwerkfase.
De pre-voc duurt 10 weken en voorziet voor iedere opleiding ongeveer dezelfde algemene vakken vakken (wiskunde, taal, sociale vaardigheden, lessen over drugs/alcohol/politie… en communicatie). Er is ook een verplichte workshop "omgaan met agressie en boosheid" die ik waarschijnlijk binnenkort ook zal kunnen meevlogen.Binnen deze fase krijgen de medewerkers van TANA enkele leerlingen onder zich. Zij worden mentor en voeren mentorgesprekken. Ook ik zal mentor zijn van een 10-tal leerlingen. Mijn taak zal er deels uit bestaan mentor te zijn van enkele studenten. De mentor voer verschillende (persoonlijke) gesprekken met studenten. Tijdens die gesprekken probeert hij wat meer te weten te komen over hoe de student eigenlijk is. Ze bespreken de thuissituatie en de situatie op school. Op die manier kunnen de mensen van TANA een beter inzicht krijgen op HOE de leerlingen zijn, WAAR ze vandaan komen en ook wat de problemen van die kinderen zijn. Zowel op het thuisfront als op Stichting TANA.Veel van deze jongeren hebben al heel wat meegemaakt en het is dan ook zeer belangrijk dat ze zich VEILIG kunnen voelen. Voelen ze zich veilig en rustig dan zullen hun prestaties ook beter zijn.
Wanneer de leerlingen de pre-vocational met succes afgerond hebben (dit wordt schriftelijk getoetst) krijgen de leerlingen een certificaat en gaan ze over naar de vocational. Dit is een theoretische vakopleiding die 8 weken duurt. Ze leren de theorie die hoort bij het vak dat ze zullen uitoefenen.
Zijn ze geslaagd voor de proeven gaan ze verder naar de leerwerktrajecten. Deze fase duurt 5 maanden en is een combinatie van theorie en praktijk. De leerlingenen gaan 3 dagen op stage en volgen 2 dagen praktijk (enkel elektromontage volgt 4 dagen stage en 1 dag theorie). Elke week krijgen de leerlingen een stagebezoek door hun stagebegeleidster.De stage wordt afgesloten met een praktijkexamen. Slagen ze mogen ze deelnemen aan het theorie-examen.
Wanneer deze 3 fasen doorlopen zijn, zijn de leerlingen voldoende bekwaam om ook actief ingezet te worden op de arbeidsmarkt en kunnen ze ook daadwerkelijk aan het werk. Stichting TANA is de enige organisatie die ook daadwerkelijk baangarantie bied. Ze zorgen ervoor dat iedereen ergens vast aan het werk kan na hun opleiding.
Bij deze weten jullie al iets meer. Het is waarschijnlijk een zeer lange en droge uitleg maar ik wilde het allemaal eens rustig op papier zetten. Alles blijft vaag maar ik ben blij dat ik een taak gekregen heb en dat ik mezelf op een nuttige manier kan inwerken in de stichting.
Ondertussen ben ik hier een 10-tal dagen. Je hebt misschien gelezen dat ik het zalig vond wanneer het heel lichtjes aan het regenen was toen ik van het vliegtuig stapte. Dit vind 'k nog altijd heel leuk, zo'n lichte regen. Lekker warm!
Maar soms regent het hier niet, ik zou het zelf niet meer gieten willen noemen. Op momenten twijfel ik of ik een baard moet laten groeien en en een ark moet gaan bouwen! ;-) Het is soms echt een ware zondvloed. Vandaag was het weer zo'n dag. Hier onder staan enkele foto's na een half (! ) uur regen.
Aan jullie om te zeggen wat jullie ervan vinden.
Hele straten stonden blank
Het was een hachelijke situatie maar ik trok deze foto's vanop mijn fiets ;-)
Geen probleem, Een schitterend rioleringsnetwerk weet wel
raad met al dit water. Of toch niet volledig ;-)
Wanneer het regent zoals vandaag gaat al dat vuil samen drijven en en wordt
het snel pijnlijk duidelijk hoe vuil de Surinaamse straten zijn.
Het is vandaag maandag 28/02, een spannende dag binnen mijn avontuur in Suriname. Vandaag ben ik namelijk de eerste keer naar mijn stageplaats gegaan. Aangezien ik nog niet echt wist wat mijn opdracht juist zou inhouden verwachtte ik vandaag dat ik mijn opdracht zou krijgen.
NIET DUS. Ik heb vandaag helemaal iets anders gedaan, maar ik vond het schitterend. Wanneer ik het gebouw van TANA binnenwandelde en bij de directeur Bert Hulsman binnenwandelde was hij druk bezig. Hij moest vandaag namelijk naar een bijeenkomst van SNIS. Er was maar 1 probleem. Hij wist niet waar het gehouden werd. Ik was getuige hoe de arme man wel 20 telefoontjes deed naar verschillende andere NGO's om het adres te achterhalen. Het adres was namelijk veranderd.
Na een uur rondbellen wist hij toch waar we heen moesten.
Hij vroeg me of ik zin had om mee te gaan. Uiteraard wilde ik dit dus vertrokken we samen met een Surinaamse student maatschappelijk werk die ook stage loopt bij stichting TANA richting het KKF gebouw (Kamer voor Koophandel en Fabrieken).
Daar aangekomen liepen we een soort hal binnen die omgebouwd was tot een congreszaal. De vergadering startte met het volkslied. Dit wordt 1 strofe gezongen in het Nederlands en eindigt met de tweede strofe in het Surinaams.
Wie geïnteresseerd is moet maar eens hiernaast klikken.
Maar wat is SNIS nu eigenlijk? SNIS is opgericht in 2008 staat voor Suriname NGO-Institutional Strengtening (Programme) vloeit voort uit een overeenkomst tussen de Surinaamse overheid en de Europese Unie. Het heeft als doel de NGO sector in Suriname te versterken. Dit wilden ze doen door een digitale database te ontwikkelen waarop Surinaamse NGO's zich kunnen registreren. Ondertussen zijn er al meer dan 700 NGO's geregistreerd. Dit is belangrijk omdat bijvoorbeeld grote nationale en internationale donoren gemakkelijker hun weg kunnen vinden naar de verschillende NGO's.
Verder houden ze zich ook bezig met trainen en coachen van NGO's zodat deze een goede basis hebben en sterker in hun schoenen konden staan.
Op deze vergadering waren verschillende belangrijke NGO's, de overheid en zakenlui aanwezig. Ook was er de bekendste Surinaamse radiopresentator én een Olympisch kampioene hardlopen aanwezig. Ik voelde me natuurlijk vereerd dat ik daar aanwezig mocht zijn.
Er waren verschillende sprekers die de revue passeerden.
Aisha Sohanpal was de eerste spreker. Zij was projectleidster en vertelde kort wat het inhield.
Als tweede kwam Lim A Po Jr., een jurist die een nogal droge uitleg gaf over wat NGO's puur technisch/juridisch zijn en hoe ze te werk kunnen gaan. Het was een zeer technische uitleg en soms werd het wat moeilijk om te volgen. Het gaf me wel wat meer inzicht over WAT een NGO juist is en ik kreeg deste meer respect voor de mensen die een NGO starten en runnen.
De conclusie van de jurist was eigenlijk dat NGO's in een grijze zone zitten, ze hebben weinig verplichtingen. Wanneer ze aan enkele kenmerken voldoen dan worden ze eigenlijk al beschouwd als een NGO.
Daarom wil dit project de sector ook aanzetten tot zelfregulering, daar er geen regels opgelegd worden door de regering. Door de sector te standaardiseren willen ze misbruik voorkomen (vb. een NGO die 2 x fondsen krijg voor hetzelfde project en een andere krijgt dan niets…).
Na deze presentatie volgde een korte pauze waar we een semosa kregen (zie foto). Dit is soort koekje met bladerdeeg met een inhoud die ik best kan omschrijven als wat er in van die kleine loempia's zit. Ze werden dan ook gegeten met een zeer pikant-zoete saus. Mjammie!
Ik at ook een cupcakeje, al vond ik dat iets minder lekker. Veel te zoet.
Na de pauze volgde een korte presentatie over de NGO adviesraad. Het was een kort maar vurig pleidooi voor het project en de toekomst die men voor ogen heeft. Men wil de sector professionaliseren zodat ze sterk staan in de gemondialiseerde maatschappij. Zo kunnen ze - als verenigde en structureel instituut - sterk staan op de internationale "markt" waarbinnen de NGO's opereren.
"Gissen is missen", stelde hij, "en meten is weten."
Verder volgde nog een vragenronde, deze was zonder twijfel nog interessantst. Er waren enkele mensen die enkele zeer interessante vragen stelden. Zo was er ook een Nederlander (samen met hem waren we de enige blanke mensen in de zaal, ik schat dat er 100 man zat) die een vraag stelde.
Het werd me dan ook duidelijk dat er nog heel wat werk is. Het concept is er maar men heeft nog veel werk.
Ondertussen zaten we 2 uur achter op schema en men was nog niet klaar. Men sloot de vergadering af door met veel show certificaten te geven aan enkele NGO's die coaching hadden gevolg.
Vervolgens was het eindelijk tijd voor het eten. Het was een lopend buffet waar we enkele gerechtjes konden eten. Spijtig genoeg had ik zoveel honger dat ik alles opat voor ik eraan dacht om een foto te trekken. Daarna volgden nog enkele dessertjes.
Toen gebeurde de er iets heel vreemds. Iedereen begon terug te keren met een piepschuimen bakje in de hand (de hele broer van een bakje waar men bicky burgers in steekt, voor de liefhebbers). De mensen namen allemaal nog een extra portie mee naar huis. Net hetzelfde met de gebakjes die er klaarstonden. Er was zelfs een hele "brede" ;-) dame die 7 van die cupcakes in een verpakking propte. Ik dacht die heeft honger. Je kan je wel voorstellen dat mijn mond bijna openviel toen ze met 5 van ie bakjes de zaal uit waggelde. Dat verklaarde natuurlijk al veel.
Na een klein bedankje aan het adres van Mr. Hulsman om me mee te nemen naar deze vergadering sluit ik mijn blogpost vandaag af. Ik vond het een schitterende ervaring die me veel bijgeleerd heeft.